Weinig vliegen, de trein pakken en er een compact toernooi van maken. Voetbalbond KNVB denkt dat duurzaamheid een van de troeven is waarmee het gezamenlijke bod van Nederland, Duitsland en België voor het WK van 2027 voor vrouwen een goede kans maakt.
Secretaris-generaal van de KNVB Gijs de Jong is op dit moment in Nieuw-Zeeland om te lobbyen.
De Jong ziet de geringe afstanden als een groot voordeel, vertelt hij bij het WK in Nieuw-Zeeland en Australië waar de afstanden juist enorm zijn.
"Daar kunnen ze niet zoveel aan doen, maar ons idee is dat iedereen naar een relatief klein gebied vliegt. En daarna kunnen we alles met de trein en het openbaar vervoer doen. Daar kunnen we dikke winst maken."
Toen de FIFA in 2020 de organisatie van het huidige WK toebedeelde aan Australië en Nieuw-Zeeland werd er vooral gelet op de betekenis voor de vrouwenrechten, arbeidsomstandigheden en de milieumaatregelen ter plekke.
De vele uren die alle teams in het vliegtuig moeten doorbrengen leken toen van minder belang, maar het is juist dit aspect dat veel kritiek krijgt nu het toernooi eenmaal bezig is. De verschillen zijn enorm: Zambia hoeft maar 157 kilometer af te leggen, de Ieren juist 8.000 kilometer in de groepsfase.
Oranje heeft alle wedstrijden in de groepsfase in Nieuw-Zeeland, maar had een trainingskamp in Australië en de trainingsfaciliteit ligt niet bij een van de stadions.
En afhankelijk van het feit of Nederland eerste of tweede wordt in de poule loopt de weg naar de finale via Sydney, Wellington, Auckland en weer Sydney. Of via Melbourne, Auckland, Auckland en Sydney.
Nederland, België en Duitsland hebben in hun plannen voor 2027 rekening gehouden met zo min mogelijk reisbewegingen. De Jong: "Duitsland gebruikt Noordrijn-Westfalen als basis en met Nederland en België is dat heel compact. Het is allemaal goed te bereizen en daar gaan we ons op richten."
Waarom is er zoveel aandacht voor duurzaamheid in de bids? Behalve dat het maatschappelijk gezien steeds meer een thema is heeft het ook te maken met de houding van de FIFA.
De wereldvoetbalbond worstelt met het thema. Het heeft zich in 2021 aangesloten bij de VN-klimaatdoelen voor de sport en dat betekent dat de uitstoot in 2030 gehalveerd moet zijn. In 2040 zouden de toernooien volledig klimaatneutraal moeten worden georganiseerd. De FIFA heeft aangegeven alle uitstoot te compenseren van vluchten die de teams dit toernooi maken.
Milieuorganisaties hebben al aangekondigd dat nauwlettend in de gaten te houden. Nog maar twee maanden geleden werd de wereldvoetbalbond op de vingers getikt door de Zwitserse reclamecodecommissie na klachten van vijf milieuorganisaties. De FIFA claimde dat het WK in Qatar het eerste klimaatneutrale voetbalevenement zou zijn, maar kon die claim volgens de commissie niet waarmaken.
De KNVB lijkt het tij dus mee te hebben als het zich mede richt op duurzaamheid. Al is dat niet het enige waar de FIFA naar kijkt als het gaat om het beste bid.
De Jong verduidelijkt: "We schrijven een goed bid, over de stadions, de organisatie, over hoe we opbrengsten genereren en over hoe we aandacht besteden aan duurzaamheid en mensenrechten. En daarnaast gaat het ook over stemmen winnen en dan is de gunfactor belangrijk."
De beslissing valt in mei volgend jaar. Het bid van de Europese landen moet dan concurreren met Brazilië, Zuid-Afrika en de combinatie Verenigde Staten en Mexico.